Referendum over de Lelylijn
In
het openbare debat op de sociale media worden meningen en stellingen vaak
uitvergroot en verdraaid om het eigen gelijk, soms tegen beter weten in, vast te
houden. Het is vergelijkbaar met een spelletje dat we vroeger op de basisschool
wel eens speelden. Fluister een zin in het oor van wie er naast je zit en laat
dat de hele klas door gaan. Je stond versteld van wat er aan de andere kant
uiteindelijk van die zin overbleef. Hilariteit alom. Helaas is de humor en
hilariteit op de sociale platformen voor een groot gedeelte verdwenen. Dat is
heel erg jammer, want we leven in een geweldige tijd waarin we bij wijze van
spreken onze problemen binnen een seconde mondiaal kunnen bespreken. Vergelijk dat
eens met de tijden van flessenpost en postduif.
Het
lijkt er op dat ‘we’ de verantwoordelijkheid om de discussie een beetje
beschaafd te houden, niet aan kunnen. Een voorbeeld is de Lelylijn. De spoorbaan
die door voorstanders hevig wordt gepromoot en waar tegenstanders fel op
reageren. Bekentenis: Ik maak mij daar ook wel eens schuldig aan, als principieel
tegenstander van deze ingrijpende infrastructurele verandering in ons landschap die
volgens mij (en vele anderen) niet alleen een aantasting van ons woongenot betekent,
maar ook een bodemloze put zal blijken te zijn als het over de kosten gaat.
Voor het geld dat je kwijt bent aan een spoorbaan waar de meeste Friezen echt
helemaal niets aan hebben, kun je in mijn optiek andere, betere keuzes maken. Ook
voor het openbaar vervoer.
Wij
leven in een democratie, gelukkig maar. Maar is het voor al die Noorderlingen
dan ook niet een democratisch recht om hun mening te geven over een project waarvan erop lijkt dat het vooral in bestuurlijke kringen voorstanders heeft? Is onze
democratie opgewassen tegen een referendum over de Lelylijn? Durven de
bestuurders, hier en in Den Haag hun nek uit te steken en de betrokken inwoners
de vraag voor te leggen wat zij er nu eigenlijk van vinden?
Een
raadgevend referendum zou mijns inziens wel het minimale zijn dat de
bestuurders aan het electoraat moeten bieden. De bijeenkomsten waarin niet
wordt gesproken over of, maar enkel over hoe, zijn namelijk het landschap in
geslopen als ‘zo doen we het’. Bijeenkomsten waar betrokken insprekers hun
lippen blauw kunnen praten, maar als er tegenover hen bestuurders zitten die
meer interesse hebben voor het scherm van hun mobiel omdat het ‘inspreekgedeelte’
voor hun alleen maar een verplicht nummer is, gaat er iets faliekant verkeerd.
Dus,
provincies Flevoland, Fryslân en Groningen. Jullie overtuiging dat die Lelylijn
er moet komen is sterk. Dan moet het toch een feestje zijn om al die
tegenstanders in dit unieke geval met een raadgevend referendum voor goed de
mond te snoeren? Als de meerderheid zich er achter zou scharen, zul je mij niet
meer horen, dat beloof ik. Zo werkt democratie en dat moet je koesteren. (Net
als de ruimte in ons mooie Noorden, de reden waarom veel mensen hier wonen en
niet in de drukte van de Randstad)
Durven
jullie het aan?
Reacties
Een reactie posten