De fabel van objectief zijn
Er was eens een gedeputeerde... Dat zou de standaard opening van een sprookje kunnen zijn, maar deze column is geen sprookje. Als het een sprookje zou zijn, had ik het ‘De Duivelse Kaasstolp’ genoemd. Ik heb naar aanleiding van alle polarisatie van de afgelopen weken wel weer even gedacht aan wat deze gedeputeerde in het Friese Provinciehuis tussen de wandkleden van Claudy Jongstra tegen me zei. Of beter: wat deze gedeputeerde mij heeft uitgelegd. Als je in de democratie op een bepaalde plek belandt waar je jezelf bestuurder mag noemen, vindt er een proces plaats. De gevolgen van dat proces heb je vaak niet eerder in de smiezen dan wanneer je, al of niet gedwongen, die positie weer moet afstaan. Ik neem deze gedeputeerde als voorbeeld. Er zijn verkiezingen, jouw partij mag na de formatie een gedeputeerde leveren. Jij bent de uitverkorene. Dan ga je midden op een ronde kaasplank zitten. Van alle kanten komen mensen die je goede raad in het oor fluisteren. In eerste instantie...